Kapelaan Kockstraat Welberg
De kapelaan van de parochie Welberg te Steenbergen is ten tijde van de Duitse bezetting actief in het verzet. Het verhaal gaat dat hij hulpverleende aan onderduikers. Op 1 november 1944 bevindt de kapelaan zich met enkele dorpsgenoten in de schuilkelder van het hoofd van de lagere school. Een Canadese soldaat staat plots voor de ingang van de school, de kapelaan heeft een kort gesprek met deze soldaat. Kort na dit gesprek nemen de Duitsers de Welberg opnieuw in.
De Duitsers sommeren iedereen om uit de schuilkelder te komen. Een van de Duitse militairen had gezien dat de kapelaan een kort gesprek had met de Canadees. De kapelaan wordt door de Duitsers gezien als een verrader en met vloeken en veel geschreeuw meegesleurd.. Hij wordt geslagen met de kolf van een een geweer, gestoken met een bajonet en raakt zwaargewond. De inwoners mogen hem niet helpen. De pastoor kan hem nog de laatste absolutie geven. Kapelaan Kock maant de pastoor om hem daar te laten liggen omdat de kapelaan vreest voor het leven van de pastoor. De kapelaan blijft eenzaam achter en overlijdt deze dag aan zijn verwondingen. De kapelaan is 34 jaar geworden en ligt begraven op de begraafplaats achter de kerk. Liberation Route Marker 149 Kapelaan Kockstraat 44 te Welberg.