Slag omtrent ’t Vliet Steenberghen.
Waar nu de vaargeul Schelde-Rijnkanaal ligt, voorheen de rivier De Eendracht, daar vond in 1631 de Slag op 't Slaak plaats. Het was op een steenworp afstand van Nieuw‑Vossemeer. Het doel van de Spanjaarden was om een wig te drijven tussen Zeeland en Holland en daardoor de Schelde en de haven van Antwerpen te beheersen. Vanuit de Antwerpse forten werden duizenden goed bewapende Spaanse militairen en een vloot bestaande uit meer dan 90 kleinere en grote vaartuigen bijeengebracht. Stadhouder Frederik Hendrik was gewaarschuwd voor de op handen zijnde invasie en bedacht zich geen moment. Hij gaf bevel aan viceadmiraal Marinus Hollaer om alle beschikbare schepen van het Staatse Zeeland en Holland bij elkaar te brengen. Onder aanvoering van Hollaer vond er in de avond van 12 september 1631 nabij de Heense slikken (het Slaak) een zeeslag plaats tussen beide vloten. De Spaanse vloot werd volledig in de pan gehakt.
Een ander lid uit de Nassaufamilie, graaf Jan van Nassau‑Siegen, was overgelopen naar de Spanjaarden. Hij vluchtte in een sloep het gebied van de Dintelse Gorzen in. Hij kreeg de spotnaam ‘Jan de mosselvanger’. In de richting van Roosendaal kon hij ontsnappen. Naar schatting zijn 2500 manschappen verdronken of gedood en werden ten minste 4500 soldaten en bootslieden krijgsgevangen gemaakt.